Utrechtse regio presenteert energieplannen

Windmolens in polder

Zonnepanelen drijven

Door Ed Kamans


VLEUTEN > Utrecht heeft het conceptbod van de Regionale Energiestrategie (RES) voorgelegd aan de gemeenteraad.


In de RES van de U16-regiogemeenten staat hoeveel duurzame energie de regio wil gaan opwekken om aan de toekomstige elektriciteits- en warmtevraag te kunnen voldoen. Het Utrechts college wil een ambitieuze een haalbare inbreng doen in het conceptbod van de RES en stelt aan de raad voor om in te zetten op het energielandschap Rijnenburg en Reijerscop, zonnevelden op eigen grond en zonnepanelen op grote (bedrijfs)daken. Dit kan samen goed zijn voor 0,45 van de 1,8 TWh.

Ook gaat de stad onderzoek doen naar zonnepanelen op de geluidswal langs de A12 bij Veldhuizen, een zonneveld aan de Meijewetering en drijvende zonnepanelen op een deel aan de oostkant van de Haarrijnseplas. Dit zou energie kunnen opleveren voor respectievelijk 1250, 180 en 1400 huishoudens.

Voor energielandschap Rijnenburg en Reijerscop ligt al een voorstel bij de gemeenteraad. De potentiƫle opbrengst van dit gebied, met windmolens en zonnevelden, is maximaal goed voor 0,28 TWh ofwel het verbruik van 82.500 huishoudens. Verder heeft Utrecht al eerder uitgesproken de ambitie te hebben om in 2025 op 20 procent van de Utrechtse daken zonnepanelen te hebben liggen. Zeker bij grootschalige daken is nog veel winst te behalen. De gemeente onderneemt daarom diverse acties om eigenaren van grote daken te stimuleren om zonnepanelen te nemen. Het aanbod hiervoor, met onder meer gratis dakscan en subsidie- en offerteadvies wordt uitgebreid met financierings- en constructieadvies. In 2019 was 13 procent van de Utrechtse daken voorzien van zonnepanelen. In de RES staat ook welke duurzame warmtebronnen mogelijk te gebruiken zijn zodat wijken en gebouwen van het aardgas af kunnen. Denk hierbij aan aardwarmte en warmte uit oppervlaktewater. Hiervoor is echter nog veel onderzoek nodig. Alle zestien gemeenten leveren een bijdrage. De Utrechtse regio draagt substantieel bij aan de landelijke doelstelling uit het klimaatakkoord voor 2030. De bijdrage staat ongeveer gelijk aan het elektriciteitsverbruik van een half miljoen huishoudens.
Het is de bedoeling om na bespreking door de verschillende gemeenteraden het bod vooralsnog uiterlijk 1 juni bij het Rijk te leggen. Vanwege de coronamaatregelen kan het zijn dat niet alle gemeenteraden een uitspraak over het bod hebben kunnen doen voor deze deadline.