Jongeren veelal positief over eigen gezondheid

Verschillen

Ontbijten

Door Ed Kamans


LEIDSCHE RIJN > Het gaat goed met de gezondheid van jongeren in Vleuten-De Meern en Leidsche Rijn en dat geldt ook voor veel andere wijken in Utrecht.


Dat blijkt uit de Gezondheidsmonitor Jeugd van eind 2019 op basisscholen en het voortgezet onderwijs. Ruim 90% van de kinderen uit groep 7 en 8 en 87% van de jongeren in klas 2 en 4 in Utrecht ervaart de eigen gezondheid als (heel) goed. En 89% van de kinderen uit groep 7 en 8 en 87% van de jongeren uit klas 2 en 4 voelt zich meestal gelukkig', zo rapporteert wethouder Eelco Eerenberg van Volksgezondheid aan de gemeenteraad. Toch zijn er groepen jongeren die een ongunstiger beeld laten zien dan gemiddeld in Utrecht. Deze verschillen worden zichtbaar als we kijken naar de achtergrondkenmerken zoals gezinssamenstelling, opleidingsniveau, migratieachtergrond en woonwijk. Ook zijn er verschillen zichtbaar naar migratieachtergrond, met name op het gebied van leefstijl. Jongeren uit de wijken Noordwest en Overvecht laten een negatiever beeld zien op verschillende gezondheidsthema's, terwijl jongeren uit Noordoost positiever scoren dan gemiddeld. Niet opgroeien bij beide ouders is ongunstig voor de gezondheid. Maar ook jongeren die in een gezin met co-ouderschap of bij een van de eigen ouders en een stiefouder wonen, scoren op verschillende gezondheidsthema's ongunstig. 13% van de jongeren uit een eenoudergezin ervaart thuis moeite met rondkomen, vergeleken met 4% gemiddeld in Utrecht. Ook zijn jongeren uit eenoudergezinnen vaker eenzaam en hebben ze vaker een ernstig ziek of verslaafd gezinslid. Het aandeel jongeren dat zich meestal gelukkig voelt is 82% voor jongeren uit eenoudergezinnen en 77% voor jongeren die bij een van de eigen ouders en een stiefouder wonen. Jongeren die niet bij beide ouders wonen, hebben vaker problemen met werk of werkloosheid van ouders meegemaakt en vaker wel eens alcohol gedronken. Vmbo-leerlingen scoren op diverse thema's ongunstiger dan havo- en vwo-leerlingen. Ze worden vaker gepest, scoren minder gunstig op het gebied van voeding en beweging en hebben vaker wel eens een (e-)sigaret of waterpijp gerookt. Daarentegen voelen ze zich minder vaak gestrest (39%), vergeleken met 54% van de havo-leerlingen en 53% van de vwo-leerlingen.
Verschillen naar migratieachtergrond betreffen vooral leefstijl. Jongeren zonder migratieachtergrond ontbijten vaker en drinken minder energiedrank. Ook bewegen ze meer en sporten vaker bij een club, vereniging of sportschool.