Beeldscherm

De politiek is ook een weekje vrij, even weg van het beeldscherm. Het digitaal vergaderen begint nu een beetje te knellen en te schuren. Op zich gaat het prima en worden agendapunten keurig afgetikt. De nodige technische onvolkomenheden en het gebrek aan vergaderdiscipline neem je voor lief, want is het maar tijdelijk. Iets met roeien en riemen. Met alle onzekerheden rond het virus, is wel duidelijk dat 1,5 meter afstand en het verbod op grote groepen nog wel even blijft. En dan wordt het toch tijd om creatief te gaan kijken wat er dan wel kan, want beeldschermpolitiek heeft beperkingen en is ook maar beperkt houdbaar. Het contact in de wandelgangen wordt een gemis en dat zie je terug in het eindeloos herhalen van standpunten en soms merk je dat er wel overeenstemming te bereiken is, maar blijft dat steken in de computer. Langer dan een uur achter het beeldscherm haalt alle concentratie weg en dat tast de kwaliteit van vergaderen duidelijk aan. Ik hoop dat er al nagedacht wordt door de burgemeester en de griffie, maar ik gooi er toch maar een suggestie in: een avond per maand een paar grote zalen bij Van der Valk afhuren en die weten prima hoe je coronaproof toch fysiek kan vergaderen. En dan niet over de aftikpunten, maar juist de wat grotere onderwerpen, zoals wonen in Stichtse Vecht. Even de tijd nemen ook voor een bescheiden hapje en drankje. Bijkletsen en gezamenlijk aan grote problemen werken. Een beetje gezelligheid en gewoon contact doen vaak wonderen in plaats van op een zolderkamertje grimassen trekken bij een domme opmerking als je denkt dat de camera uitstaat. Het lijkt een avondje uit, maar het is gewoon bittere noodzaak voor evenwichtige en afgewogen besluitvorming in de lokale democratie.