Stichtse Vecht verlengt intentieverklaring LEADER Weidse Veenweiden met een jaar voor vergroten vitaliteit en duurzaamheid buitengebied

5 februari 2022, 17:20 Nieuws

STICHTSE VECHT > Op 1 februari 2021 heeft gemeente Stichtse Vecht de intentieverklaring LEADER Weidse Veenweiden met een jaar verlengd. Hierdoor kunnen initiatiefnemers in Stichtse Vecht ook in 2022 gebruik maken van een bijdrage van LEADER bij de realisatie van hun ideeën ter bevordering van de plattelandseconomie.

Vergroten vitaliteit en duurzaamheid buitengebied

LEADER stimuleert een duurzame plattelandseconomie in Utrecht-West door de inzet van tijd, kennis, netwerken en geld. Projecten die via LEADER gestimuleerd worden dragen bij aan actuele trends zoals kleinschaligheid, lokaal voedsel, korte ketens, social return in ondernemen en circulair ondernemen. Iedereen met een idee dat bijdraagt aan de ontwikkeling van het platteland van Utrecht-West kan zich melden bij de Aanjaaggroep Weidse Veenweiden. Denk bijvoorbeeld aan een initiatief dat producent en consument verbindt, of de verbinding tussen stad, dorp en platteland verstevigt. Als plattelandsgemeente is het vergroten van de vitaliteit en de duurzaamheid van het buitengebied van groot belang. Daarom maakt gemeente Stichtse Vecht graag gebruik van de LEADER- aanpak om het buitengebied van onderop en door het gebied zelf te laten versterken.

POP3

LEADER is een onderdeel van het Plattelandsontwikkelingsprogramma 2015-2022 (POP3) van de Europese Unie waarin een vitale, duurzame agrarische sector, de kwaliteit van natuur en milieu, en de leefbaarheid van het platteland centraal staan. Het LEADER-geld wordt ingezet via de provincies. In de provincie Utrecht gebeurt dat als onderdeel van de Agenda Vitaal Platteland.

Verlenging

De LEADER-periode is gestart in 2015 en liep aanvankelijk tot en met 2020. Doordat de totstandkoming van een nieuw gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) op Europees niveau vertraging heeft opgelopen is er een transitieperiode ingesteld tot en met 2022. Het huidige LEADER-programma kan daardoor nog voortgezet worden en ini