Eva de Graaf op de brug van een schip dat de haven in vaart.
Eva de Graaf op de brug van een schip dat de haven in vaart.

Mammoetschepen haven in brengen

Loods

Navigeren

Door Jan van Stipriaan Luïscius       


LEIDSCHE RIJN >  Ze bevoer alle zeeën en oceanen, meerde af in veertig landen van China tot Portugal. 


Maar het is nu definitief over en uit voor de reislustige Eva de Graaf. Want Eva, onlangs afgezwaaid als eerste stuurvrouw, heeft de oceanen beroepshalve de rug toegekeerd. Om registerloods, zoals het officieel heet, te worden. Vrouwelijke loodsen, daar zijn er maar heel weinig van in Nederland: om precies te zijn acht. Eva (39) heeft er niettemin héél veel zin in. Varen, het was altijd al een droom voor de in Leidsche Rijn woonachtige Eva. Ze wilde veel reizen, een onstuitbare drang waarmee Eva al vroeg ‘vergiftigd' was. Géén baan van negen tot vijf. Na opleidingen in onder andere Terschelling (vier jaar) schopte ze het tot eerste stuurvrouw. Geen geringe job, één stap onder die van kapitein. Een zware baan ook, drie maanden op zee met lange diensten van gemiddeld tien uur per dag, dan drie maanden thuis. Op haar 23ste liep ze al wacht op de brug, terwijl de collega's lagen te slapen op het bijna 300 meter lange schip. ‘Het was zwaar, maar ik heb het als prettig ervaren. Je hoeft in je vrije tijd niet veel te doen: je kunt films kijken, boodschappen hoef je niet te doen, niet koken en er wordt schoongemaakt.' Het onregelmatige leven begon haar echter steeds meer tegen te staan. Loods, dat leek Eva de Graaf wel wat. Ze solliciteerde, er volgde een strenge selectie, tests en een zware opleiding van veertien maanden in een klas waarin alleen maar mannen zaten. ‘Mannen om me heen ben ik wel gewend hoor, op het schip was ik bijna altijd de enige vrouw.' Ongewenst gedrag heeft ze nooit meegemaakt. ‘Kwestie van meteen duidelijk zijn.' Onlangs is de kordate De Graaf officieel beëdigd. ‘Dat was een hele sjieke bedoening bij de Koninklijke Roei- en Zeilvereniging van Rotterdam. Met familie, veel vrienden en vriendinnen uit De Meern.' Nu loodst Eva enorme zeeschepen verder de haven in, nadat ze het schip met een touwladder heeft moeten beklimmen. ‘Officieel adviseer je de kapitein over de te varen koers. Samen staan de kapitein en ik in de stuurhut. Hij of zij vaart, ik geef de koers en snelheid aan. Van tevoren hoor ik alle details over diepgang en breedte van het schip.' Er wordt nog altijd gek opgekeken als Eva aan boord stapt. Hé, de schoonmaakster? ‘In Rotterdam zijn zes vrouwen op de 220 loodsen. Sommigen vinden het heel leuk, anderen vinden het heel raar. Dan moet je een manier vinden, dat de kapitein toch naar je luistert.' Het eerste jaar mag ze schepen tot 100 meter varen, elk jaar krijg je er 25 meter bij. Maximaal zijn de schepen in Rotterdam 400 meter. ‘Fysiek is ‘t zwaar, je moet die touwladder, ook bij slecht weer, beklimmen. Bij m'n vorige werk zag ik vaak drie weken alleen maar zee, nu zie ik steeds andere schepen, bemanningsleden en elke keer een andere kapitein. Lekker afwisselend.'