Utrecht steunt Parade
Vrije tijdUTRECHT > De vier vaste Paradesteden - Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Amsterdam - hebben noodsteun toegezegd om theaterfestival De Parade te kunnen behouden op haar vaste locaties in de randstad. Wethouders Said Kasmi (Rotterdam), Touria Meliani (Amsterdam), Anke Klein (Utrecht) en Robert van Asten (Den Haag) zijn zeer eensgezind over de belangrijke waarde van het festival voor de cultuursector.
De noodsteun van de G4 betreft steun voor de exploitatie van De Parade die voor het grootste deel toekomt aan de ZZP’ers die samen de organisatie vormen, zodat zij dit jaar in staat zijn om een nieuwe editie voor te bereiden. Voor andere steunmaatregelen kwam De Parade eerder niet in aanmerking. Dankzij dit gebaar durft het festival De Parade voorzichtig te dromen van een 30e editie van het festival in 2021.
Theaterfestival De Parade bezint zich op een aangepaste editie met verschillende modellen die gemakkelijk op- en af te schalen zijn, naar aanleiding van de dan geldende maatregelen zoals de anderhalve meter. De Parade gaat er vanuit dat er komende zomer grotendeels sprake is van een beperkte capaciteit die 80% lager zal uitvallen ten opzichte van een normale editie. Daardoor moet het festival nog steeds - naast de noodsteun van de G4 – gebruik maken van verschillende subsidies om een tournee op anderhalve meter te kunnen organiseren. Hiervan zijn nog niet alle uitslagen bekend.
De noodsteun van de G4 is voor De Parade een extra stimulans om ook deze zomer in de vaste Paradesteden iets te organiseren. Nicole van Vessum, directeur: “De Parade dreigde bij alle steunpakketten buiten de boot te vallen. Daarom vroegen wij de steden waar wij al dertig jaar met veel plezier en liefde naartoe reizen om met een eenmalige bijdrage De Parade te redden. Dat die nu gekomen is laat zien dat de liefde wederzijds is en het draagvlak voor De Parade groot. Het ontroert ons en is een extra stimulans om door te gaan.”