
Levendige tentoonstelling 100 jaar tuinbouw Vleuten
NieuwsDoor Dries van Dijk
VLEUTEN-DE MEERN > Tuinbouw vind je dichtbij grote woongemeenschappen. Eerst binnen de stadsgrenzen. Door stadsuitbreiding steeds weer opgeschoven. Enorme ontwikkeling van groente-, fruit- en bloementeelten; Vleuten behoorde tot de top-3 tuinbouwcentra van Nederland. De tentoonstelling ‘100 jaar Tuinbouw – Het Verhaal’ komt van Historische Vereniging Vleuten De Meern Haarzuilens Leidsche Rijn en stichting STITU van de tuinders. Vanaf komende zaterdag in de Broederschapshuisjes.
Het Verhaal is in het leven geroepen voor de nieuwe bewoners, vol herinneringen voor oudere ingezetenen. Vertrouwd zijn 9 panelen met thema’s als werkende gezinnen, ‘Kom in de kas’, luchtfoto’s, kassen, landkaarten 1992-2020, veilingen, speciale penningen en schilderijen van de bekende Graafland. Verrassend zijn de multimediale beeldschermen, waarop een overzicht van tuindersbedrijven met plaats, namen en soort teelt kan worden gecombineerd met de locatie van de woningen nu. Op welke teelt en tuinder van toen staat jouw woning? Op het 3e scherm vertellen 25 tuinders ‘het Verhaal’. Verrassend: Verplaatsing van de glastuinbouw voor stadswoningen en Màximapark in een animatiefilm. Piet Koning van STITU: ‘Eerst sceptisch, maar steeds enthousiaster! Jonge generaties leren kort en bondig het verplaatsingsverhaal kennen.’ HV-man Wim de Frankrijker lacht enthousiast. ‘Voor de nieuwe bewoners! Dank zij studenten van de HSU.’
Het verhaal van de tuinbouw wortelt in de behoefte van de mens om planten te telen, voeding en sierbloemen. De overgang van jagen en verzamelen naar landbouw op vaste plekken ontwikkelde zich tot een enorme specialisatie, waarin kweken niet langer grondgebonden, maar in kassen op een wetenschappelijke manier met belichting, voeding, ziektebestrijding, planten en oogsten wordt georganiseerd. De tuinder is ook ondernemer: zijn producten afzetten en kweekbenodigdheden en arbeid inkopen. De tuinbouw werd een grote bron van inkomsten voor Vleuten-De Meern.
Tuinders in de vorige eeuw waren hechte gemeenschappen met grote gezinnen op bedrijven van ongeveer 1 ha. De Utrechtse industrie- en bevolkingsgroei in Pijlsweerd, Wittevrouwen, Abstede en Tolsteeg verdreven de bedrijven naar Bunnik, Jutphaas, Maarssen, Vleuten.
Tuinders in Utrecht organiseerden zich al vanaf 1905 in een coöperatieve veiling met 22 leden, die stemrecht hadden. Het aantal soorten groente, fruit, planten en bloemen nam toe: de veiling verving de gang van de tuinder naar de markt. Al vanaf 1912 kende Utrecht ook een bloemenveiling. De veilingen zaten eerst centrum stad: Janskerkhof, Vredenburg, Mariaplaats Paardenveld en aan de Croeselaan. De bloemenveiling zat vanaf 1953 in het Gammagebouw bij Douwe Egberts. Tussen 1970 - 2010 aan de Utrechtseweg. De veiling groeide enorm, bloemen werd de core-business. Deze locatie is nu woonwijk De Veiling. In 1991 maakte de Vinex Leidsche Rijn een eind aan de glastuinbouw. Van 90 bedrijven gingen 7 naar de Harmelerwaard, 16 naar elders. Bewoners kunnen vanaf zaterdag Het Verhaal halen. Zie www.histvervdmh.nl.