Let op! De gevreesde eikenprocessierups komt eraan: dit doet Stichtse Vecht om overlast te beperken

Door Ryan Poll

STICHTSE VECHT > De eerste eikenprocessierupsen zijn al uit hun ei gekropen. Vanaf mei wordt de jeukrups pas echt gemeen, verwacht het Kenniscentrum Eikenprocessierups. Hoogtijd dus om de rups te lijf te gaan. Wat doet de gemeente om de overlast in Stichtse Vecht te beperken? En kunnen inwoners meehelpen in de strijd tegen de gevreesde processierups?

Een fijn dier is de eikenprocessierups zeker niet. De brandharen van het plaagdier kunnen voor huiduitslag en irritatie aan de ogen en luchtwegen zorgen. Volgens het Kenniscentrum Eikenprocessierups zijn begin april de eerste rupsen al uit hun ei gekropen. ‘Verwacht wordt dat de rupsen rond half mei het larvale stadium bereiken, waarin de brandharen voor overlast en klachten gaan zorgen.’

Reden voor de gemeente om alle registers open te trekken om het kriebelige beestje te bestrijden. ‘Er wordt op verschillende plekken preventief gespoten met een biologisch bestrijdingsmiddel. In beschermde natuurgebieden nemen we op voorhand geen maatregelen’, vertelt gemeentewoordvoerder Nathalie van Dijk. ‘In het rupsenseizoen worden vervolgens meldingen van bewoners verzameld en gemonitord. Zijn er ergens rupsennesten gespot? Dan komt in veel gevallen een specialistisch bedrijf in actie om de nesten te verwijderen.’

Van Dijk meldt dat onder meer sportparken, verzorgingstehuizen en speeltuinen voorrang krijgen bij het verwijderen van de nesten. ‘Hier komen veel mensen samen. Deze plekken hebben dan ook topprioriteit.’ Op drie locaties in Stichtse Vecht is de gemeente extra alert, zoals op de Maarssenbroeksedijk in Maarssenbroek.

‘Vorig jaar werden er hier in ongeveer honderd eikenbomen nesten waargenomen. Dit was goed voor een derde van de totale rupsenpopulatie in onze gemeente. Een behoorlijk aantal dus.’ Ook bij sportpark de Heul aan de Rijksstraatweg in Loenen en de wijk Broeckland in Breukelen greep de rups afgelopen jaar flink om zich heen. ‘De eikenbomen worden hier preventief ingespoten. Hopelijk voorkomen we hiermee een grote plaag.’

In de strijd tegen het plaagdier zet de gemeente ook een ‘geheim wapen’ in: vogels. Op verschillende plekken worden nestkastjes opgehangen, waarmee de vogels worden gelokt. ‘Vooral mezen eten de jonge eikenprocessierupsen op’, zegt Van Dijk, die benadrukt dat het plaatsen van de volgelkastjes slechts een kleine aanvulling is op de andere maatregelen. ‘Vogels kunnen de plaagdruk namelijk niet in hun eentje in bedwang houden.’

Ook inwoners kunnen een handje helpen bij het bestrijden van de rups. ‘Door planten en struiken in tuinen te planten die van nature in Nederland voorkomen, worden natuurlijke vijanden van de rups gelokt’, legt Van Dijk uit. ‘Een goed voorbeeld is de fluitenkruid. Deze plant trekt veel insecten aan, zoals sluipwespen, roofwantsen en loopkevers. Zij zijn dol op de eikenprocessierups.’

Hoe groot de rupsenplaag dit jaar wordt? ‘Dat is lastig in te schatten. We houden de situatie nauwlettend in de gaten.’