Zeker strafbare feiten, maar brand niet bewezen
NieuwsLEIDSCHE RIJN > De vier tieners die werden verdacht van brandstichting in het cultuurcentrum in Leidsche Rijn, twee jaar geleden, zijn daarvoor vrijgesproken. De rechtbank vindt dat op basis van het dossier niet kan worden vastgesteld hoe de brand is ontstaan. Helemaal vrijgepleit worden de vier niet: volgens de rechter hebben ze diezelfde nacht meerdere andere strafbare feiten gepleegd, zo staat in het artikel van RTV Utrecht over de rechtszaak.
De allesverwoestende brand legde het cultuurcentrum, waarin onder meer het Nieuw Utrechts Toneel (NUT) huisde, volledig in de as.De rechter vindt het “zonder meer aannemelijk” dat de brand is veroorzaakt door een handeling van één of meer van de vier jongens, maar kan niet vaststellen of er sprake is van opzet of schuld.
Brandstichting in parkeergarage
Wat de rechtbank wél bewezen vindt, is dat alle vier de jongens samen brand stichtten in een nabijgelegen parkeergarage onder een appartementencomplex in de Madridstraat, dezelfde nacht. Op filmpjes is te zien dat in de garage iets in brand staat en dat er vervolgens vloeistof op de grond richting het vuur wordt gegooid, met een steekvlam tot gevolg. In het filmpje is te horen: “Gooi die bus gewoon in het midden. Niet normaal pik. Zieke shit, wajow. Die tweede gaat nog ontploffen, die tweede gaat nog ontploffen, film.”Ook hebben de tieners flessen alcohol gestolen en verzette een van hen zich tijdens zijn aanhouding. “De feiten hebben voor veel overlast gezorgd”, vindt de rechter.
1,5 miljoen euro schade
Het incident maakte destijds veel los. Door de brand werd volgens de eerste schattingen voor zeker 1,5 miljoen euro schade aangericht. Het pand werd gebruikt door het Nieuw Utrechts Toneel en drie andere culturele organisaties; die raakten al hun spullen kwijt en werden dakloos. De schade werd niet volledig gedekt door de verzekering.Dat de vier zijn vrijgesproken voor brandstichting wil niet zeggen dat de culturele organisaties nu kunnen fluiten naar hun geld. Via een procedure bij de civiele rechter kunnen zij alsnog proberen de schade te verhalen.
Hoger beroep
Het Openbaar Ministerie eiste forse straffen, tot acht maanden jeugddetentie. De rechtbank gaat daar niet in mee: de vier krijgen allemaal een werkstraf van 60 uur. Het is nog niet duidelijk of het OM in hoger beroep gaat.
