Zes gevallen van westnijlvirus in Nederland: allemaal uit regio Utrecht
NieuwsHAARZULENS > Het aantal bekende gevallen van Nederlanders die hier het westnijlvirus hebben opgelopen, is gestegen naar zes. Dat meldt het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding op basis van cijfers van het RIVM in Bilthoven.
Op 15 oktober bracht het RIVM naar buiten dat een man in de buurt van Utrecht het westnijlvirus had gekregen, vermoedelijk omdat hij in Nederland door een besmette mug was gestoken. Dat was de eerste bekende besmetting met het virus in Nederland. Iets minder dan een maand later is dat dus nog vijf keer gebeurd.
De regio Utrecht is niet alleen de eerste plek waar iemand in Nederland het virus ooit heeft opgelopen. Het is vooralsnog ook de enige plek waar dat is gebeurd: alle gevallen komen tot nog toe uit de regio Utrecht.
In september werd in Haarzuilen een grasmus aangetroffen die zeer vermoedelijk drager is van het West-Nijlvirus, de veroorzaker van West-Nijlkoorts bij mensen. Wageningen Bioveterinary Research (WBVR) gaat testen uitvoeren bij meer dieren.
De mus werd gevonden bij het ringstation in Haarzuilens. West-Nijlvirus is een zoönose, wat betekent dat het van dier naar mens kan overgedragen. Dat gaat dan via muggen. De bevinding werd gedaan bij de Erasmus Universiteit Rotterdam. ‘Helaas was er onvoldoende materiaal om ook bij WBVR te bevestigen dat het om West-Nijlvirus gaat’, zegt viroloog Wim van der Poel onderzoeksleider Emerging and Zoonotic Viruses bij Wageningen Bioveterinary Research. ‘We gaan nu wel samples van andere dieren uit dezelfde regio testen om te kijken hoe wijdverbreid het virus in Nederland is.’
Dit is de eerste keer dan het West-Nijlvirus wordt aangetroffen in Nederland. Het werd vorig jaar en dit jaar al wel aangetroffen in Duitsland.
Het westnijlvirus levert volgens het RIMV griepachtige symptomen op. Bij één op de honderd gevallen kunnen er verschijnselen als hersenontsteking of polio optreden. Die gevallen springen in het oog maar vaak gaat de ziekte juist ongemerkt voorbij, aldus viroloog Chantal Reusken van het RIVM: “Er is een soort vuistregel dat als je één persoon met neurologische klachten in het ziekenhuis hebt, dat er zo’n tweehonderd à tweehonderdvijftig mensen zijn die ook geïnfecteerd zijn, maar van wie je het niet weet.” Die mensen hebben helemaal geen klachten (ongeveer 80%) of lichte klachten als koorts, hoofdpijn, huiduitslag en vermoeidheid (zo’n 20%).
