Onwaarschijnlijk debuut karttalent Mats van Rooijen in OKJ: P1 in DKM!

VLEUTEN > Beter kon het bijna niet voor Mats van Rooijen, zijn debuut in de OK Junior-klasse. De twaalfjarige karter uit Vleuten won zondag in Genk de eerste finale tijdens de tweede ronde van het DKM-kampioenschap. Hij kon het maar amper geloven. Dat was ook niet zo gek, want pas anderhalve maand geleden maakte Mats de overstap van de Minimax-klasse naar de OKJ.

“We waren echt heel erg blij. Het podium was echt super met het volkslied en een megabeker. Ik voelde me heel erg trots”, blikte Mats meer dan voldaan terug. “Dat ik meteen zou winnen had ik niet verwacht. Er waren twee drie rijders die ook heel snel waren. We reden steeds in een groepje en vochten elke heat met elkaar. Dat maakte het best spannend.” Was het meteen ook zijn mooiste overwinning? “Nee, dat niet. Dat was mijn winst in de de Golden Trophy in november, in de Minimax-klasse.”

Die laatste opmerking geeft impliciet aan hoe weinig tijd er nog maar tussen zijn vorige klasse, Rotax Mini Max, en OK Junior (OKJ) zit. Om te duiden hoe groot die stap is: normaal gesproken stapt een rijder over van de Mini Max naar de Rotax Max Junioren. De OKJ-categorie is weliswaar ook voor karters in de Junioren-klasse, maar dan een niveau hoger.

Hoe het kon dat hij er dan in was geslaagd om zijn eerste OKJ-race meteen te winnen? “We hebben heel hard getraind voor deze overstap”, zei Mats, die zesde werd in de tweede finale van de dag. “In de winter hadden we nog een aantal Miniraces gereden in Italië. Daarna besloten over te stappen naar de OKJ. Ik rijd nu pas anderhalve maand OKJ. We wilden snel races doen.”

Want in die klasse kan Mats veel meer leren, zo was de gedachte. “Het rijden in een OKJ is technischer. Je bepaalt als rijder meer het verschil. Je mag op technisch vlak ook veel meer dingen doen. Zo heb je heel veel tandwielkeuze. Ik heb wel een keer in een Rotax Max Junior getraind, maar daarna ging ik in de OKJ testen. Omdat het een hoger niveau is met meer competitie is. Met mijn monteur Vincent en coach Sophie vonden we uiteindelijk de juiste afstelling.”

Dat liet hij in Genk al aan het begin van het raceweekeinde zien. “Elke training zat ik er qua snelheid goed vooraan bij. In de kwalificatie was ik derde. Dat kon eigenlijk nog beter, want in beide heats was ik tweede geworden. In de finale mocht ik op de tweede plek starten. In de warm-up was ik eerste en in de finale moest ik als tweede starten. Ik bleef tweede na de start, tot zes ronden later de nummer één problemen kreeg en ik hem zo kon inhalen. Daarna was ik weg. In de laatste acht ronden ben ik nog verder weggereden en heb ik de overwinning gepakt.”

 Bas Kaligis/RaceXpress.nl  

Uiteraard vond Mats de OKJ veel leuker om te doen dan de Minimax-wedstrijden. Deze kart van het merk Tony Kart gaat immers een stuk sneller. “Het was die eerste keer wel even wennen, twee sessies. Daarna lukte het al. Het ging al snel heel goed, en werd beter en beter.Uiteindelijk gaat het straks waarschijnlijk nog beter, als ik wat meer ervaring in deze kart heb.

Wat zijn programma voor de rest van het seizoen is, dat wist Mats nog niet. Het liefst rijdt hij natuurlijk zo snel mogelijk weer een OKJ-race. Want zijn prestatie in Genk smaakt uiteraard naar meer. “Mijn volgende race wil ik natuurlijk ook graag winnen!”

Mats bedankt zijn monteur Vincent, zijn coach Sophie, zijn vader en moeder en heel zijn familie voor de steun.